Mans de Jong
Het zwartkopje.
In tuinen met bomen, struiken en veel bloemen klinkt gelukkig nog de mooie heldere zang van het zwartkopje. De zang lijkt op de merelzang maar dan wat hoger en sneller. Hun nest bestaat uit een heel summier en doorzichtig nestje wat je nauwelijks een nestje kunt noemen. Het vrouwtje draagt eenzelfde grijs verenpakje met dit verschil dat het mannetje een zwart klotje draagt vandaag de naam en bij het vrouwtje is het klotje roestbruin van kleur. Zij legt meestal 5 eitjes die 14 dagen worden bebroed. Na 14 dagen vliegen de jongen die met insecten zijn gevoed uit. Meestal maken ze nog een tweede nestje. De zwartkopjes komen ook voor in de gemeentelijke parken en wat er aan landschappelijke beplantingen in onze gemeente nog over is na de kaalslagen van de ruilverkavelingen die plaatsvonden eind vorige eeuw. Het illegaal rooien van bosjes en andere landschappelijke beplantingen gaat gewoon door. Door het verdwijnen van deze bosjes en dergelijk wordt zo de leefomgeving van een zwartkopje steeds ingeperkt. Dit geld ook voor andere dieren die nog steeds in deze tijd hun leefgebied verliezen. Zo heeft ook de nachtegaal veel van zijn vroegere leefgebied verloren zien gaan. Soms vragen mensen hoe het nu komt dat bepaalde dieren zo zeldzaam zijn geworden. Ik adviseer hen al jaren. Bezoek nog eens de plek waar je bent geboren, opgegroeid en als kind hebt gespeeld en ….of deze plek nog hetzelfde is gebleven.