Het heggenmusje is in bijna alle tuinen met een haag of struiken te vinden. Hij lijkt wat op een mus en scharrelt meestal alleen rond, en verdwijnt dan weer. Ze houden niet van drukte. De streeknaam is Kwoolmuske. De naam ontstond doordat vroeger de meeste mensen zelf een moestuin bezaten. Hierin kweekte men ook kool. Het vogeltje haalde er de bladluizen en rupsen weg, voor zichzelf en hun jongen.
Ze verplaatsen zich laag bij de grond onder struiken en heggen, scharrelend naar voedsel. Aan de scherpe snavel is te zien dat het om een insecteneter gaat. In de winter eten ze ook kleine zaden en broodkruimels. Het broedseizoen loopt van eind april tot in augustus. Het zangertje is al begin januari te horen. Jaarlijks hebben ze twee, soms zelfs drie legsels met elk 3-6 prachtig blauwe eitjes.
Het broeden duurt een kleine twee weken. Het nest, wat uit mos en haartjes bestaat, wordt zelden hoger gebouwd dan 2 meter, in een heg of struik. Heggenmussen hebben een bijzonder liefdesleven, waarbij zowel de mannetjes als de vrouwtjes meerdere partners kunnen hebben. Het komt voor dat meerdere mannetjes helpen om de jongen uit een nest groot te brengen. Vrienden maken kan heel erg slim zijn.
zaterdag 25 oktober 2025
