Planten en dieren bezitten bijzondere eigenschappen. Neem nou hoe belangrijk het is om aan voedsel te komen. Een pimpelmees weegt minder dan een koolmees. De zwaardere koolmees kan geen voedsel zoeken aan de dunste takjes. Hierdoor zijn de twee mezensoorten geen concurrenten. Alle vogels hebben holle botten. Het meeste gewicht zit bij vogels in de borstspieren.
Deze spieren maken het mogelijk dat ze kunnen vliegen. Watervogels hebben zwemvliezen of erg lange tenen. Vogels herkennen elkaar als soortgenoten aan hun uiterlijk, roep en zang. Het roffelen van een specht kan alleen omdat de trillingen door een soort schokbreker wordt opgevangen. Eksters, kauwtjes en zwarte kraaien zijn alleseters.
Tijdens de herfstrui krijgen vogels donsveertjes om de kou buiten te houden. Dat vogels “dik zitten” is omdat ze lucht tussen hun veertjes laten om de kou buiten te houden, een vorm van isolatie. Om de winter te overleven trekken vogels naar andere streken, waar de winter minder streng is. Dieren voelen een weersverandering eerder aankomen dan wij. Egels en vleermuizen houden een winterslaap.
dinsdag 22 oktober 2024
