In Sprundel nestelden eind jaren 80 de eerste putters zich in perenboompjes van de St. Janstraat en wijken waar deze boompjes stonden. Bewoners vonden het mooi als de putters aan hun nestjes bouwden en de mannetjes vanuit het boomtopje hun zang lieten horen. Als er jongen waren kwamen de ouders aanvliegen met insecten, rupsen en halfrijpe zaden die in de bermen in het buitengebied werden verzameld.
Al heel lang mag deze bijzondere en mooie verschijning in kooien en kooitjes worden gehouden. Niks is er mooier dan een putter in de natuur te zien. In de zomer en herfst zie je deze vogels in groepen bij elkaar op verschillende uitgebloeide planten om daar de rijpe en halfrijpe zaden uit te peuteren. Vooral distelzaden zijn erg gewild. In België kreeg hij de toepasselijke naam Diestelvienk.
Het is belangrijk dat er een nieuw bloemrijk bermbeheer komt, dat het mogelijk maakt dat deze zaden in grotere aantallen beschikbaar komen. Afgelopen jaren broeden er steeds minder putters in de voornoemde bomen in wijken en straten. Mogelijk worden de vogels nog steeds door mensen gevangen om hun leven in een kooi te laten slijten. Laat deze juweeltjes in het vogelrijk vrij als een vogel zijn.