Mooi klein eigeel gezichtje dat zo gaarne wiegt in maartse wind. Kindje van de late vorst en maartse buien dat af en toe net boven de sneeuw uitsteekt. Ik hou van jou met je grijsgroene stengeltjes omdat je hebt gekozen de mooie wolken en oranje zonondergangen te zien waar ik ook zo van hou. Maanden is je bolletje in zomerrust geweest terwijl andere planten zich van hun mooiste kant lieten zien.
Wachtend tot de tijd weer gekomen was om te ontwaken en de wereld van boven de grond te verblijden met jouw warme bloemenkleur. Wachtend op de wilde bijtjes en de grote hommels. Mooi is het om te mogen zien hoe de hommels en bijtjes in jouw dooier gele toeter kruipen. Je schijnt het nog leuk te vinden ook. Ik merk het aan je gegiechel. Rondom je staan al jaren je kindertjes in groepjes bij elkaar.
Ik weet nog dat na vele bezoekjes van hommels en bijtjes je gezichtje verrimpelde. Ik zag alleen je vreugde. Je zaaddoosje werd dikker, het straalde van plezier. Daarin groeiden mooie zwart glinsterende zaadjes, dat was waar het jou om ging. Nu begrijp ik waarom je dat gele gezichtje laat lachen en zo gaarne mee wiegt in de maartse wind. Het gaat niet om jou, narciske, maar om je narcissenkind.