Vaak geven streeknamen niet de officiële naam van een plant of diersoort weer. Zo ook bij de vuilboom. In onze streek heeft deze struik meerdere namen o.a. koonsappelenhout. Dit omdat de bessen in een bepaalde fase groen met een roze blosje hebben. Verder ook peggenhout. Deze naam duidt op het gebruik van peggen of wiggen waarmee zelfs kapconstructies van daken aan elkaar werden gemaakt.
Ook werden er schoenzolen mee aan elkaar gemaakt. Mensen noemden dit schoenen met gepegde zolen. De naam sprokenhout duidt op het gebruik van de vuilboom voor spaken die in karwielen werden gebruikt. Dit vooral om dat het hout licht van gewicht was en erg lang mee gaat. Tegenwoordig zou men dit verschijnsel duurzaam noemen. De naam vuilboom verwijst naar vuilafdrijving.
Als mensen slecht konden poepen zetten met thee van de gedroogde bast. De bloei start in mei en loopt door tot in de herfst. De kleine bloemetjes worden druk bezocht door tal van insecten. Vlinders als het Groentje en de Citroenvlinder leggen er zelfs hun eitjes op, waarna de rupsen zich voeden met het bladgroen. Veel vogels eten de onrijpe en zwartkleurige rijpe bessen en verspreiden zo de zaden.