Simpel gezegd zijn bloemen niets anders dan geslachtsorganen. Meestal bevinden zich in de bloemen zowel de vrouwelijke als mannelijke organen. De meest bloemen worden bezocht door insecten en worden bestoven wat uiteindelijk leidt tot zaadvorming. Ze leveren ons allerlei vruchten en zaden. Bloemen leveren voor de bestuivers het noodzakelijk eten in de vorm van nectar en stuifmeelpollen.
Vanuit de zaden kunnen dan weer nieuwe planten ontstaan. Planten hebben hun bloemen in de tijd allerlei kleuren gegeven, die wij als mensen mooi of niet mooi vinden. De bloemen worden echter door insecten in infrarood gezien. Meestal bevinden zich op de onderlip van de bloemen tekeningen, het honingmerk, die het insect naar de nectarbron leidt.
Planten zijn ook slim door nooit al hun bloemen gelijktijdig te openen. Op deze wijze vermijden ze het risico van geen geschikt weer tijdens de bloei. Daarnaast zijn er ook soorten planten die door de wind worden bestoven zoals hazelaar, berk, els, dennen, sparren en grassen. Wij mensen verwennen elkaar dus met een bos geslachtsorganen. We moeten elkaar vooral blijven verwennen!